16.2.06

1. Met Doodstraf voor Ogen zegt Beklaagde in Zaak Terrorisme te zijn gemarteld.

Radio Vox Populi, 8-2-2006 -------- Reporter: Azis Tunny -------- Ambon: Een aantal beklaagden inzake terrorisme, die midden in de behandeling van hun rechtszaak op de Rechtbank van Ambon zitten, hangt de doodstraf en levenslange gevangenisstraf boven het hoofd. Dit is de eis van de Officier van Justitie. Alleen al tot op dit moment is er tegen vijf mensen de doodstraf geëist, en tegen drie andere levenslange gevangenisstraf. Degenen tegen wie de doodstraf is geëist zijn Asep Jaja, Idi Amin Tabrani Pattimura, Fatur Datu Armen, Ismail Fahmi Yamsehu en Syamsul Bakhri Sangadji. En de beklaagden tegen wie levenslange gevangenisstraf is geëist zijn respectievelijk Muthalib Patty, Nachrum Wailisahalong en Ridwan Lesteluhu. De lijst met beklaagden van het plegen van terrorisme, tegen wie de doodstraf of levenslang zal zeker langer worden, omdat enkele beklaagden van het plegen van terrorisme in het rechtsproces nog niet in de fase van het uitspreken van de eis zijn beland. We noemen slechts de namen Abdullah Ummamity en Syarif Tarabubun. Abdullah Ummamity, een Molukse jongere van het Eiland Buru is een broer van Mira Augustina, de vrouw van Omar al-Faruq, die uit een Amerikaanse gevangenis in Afghanistan is ontsnapt. Deze twee vrouwen(?) zijn dochters van Haris Fadillah, alias Abu Dzar, een lid van de Darul Islam, dat oorspronkelijk afkomstig was uit Riouw. Ten tijde van het Molukse Conflict is deze Abu Dzar naar Maluku gekomen om aan de oorlog deel te nemen. Bij tijd en wijle voerde hij toen in Ambon de Mujahidin-strijders aan. De schoonvader van Al-Faruq en (de vader van) Ummamity kwam om tijdens de ongeregeldheden in het dorp Siri-Sori, op het eiland Saparu, in oktober 2000. Abdullah onthulde dat hij wat terroristische acties betreft aan een vijftal heeft deelgenomen, waaronder de aanval op de BRIMOB-post bij Lokki, District West Ceram, de gewapende aanval op het dorp Wamkana op het eiland Buru, en de granaataanslag op een passagiersbusje in Batu Merah, Ambon. Syarif Tarabubun is een agent de Geheime Dienst van het Politieressort Ambon/Lease. Hij was al ontslagen omdat hij een van de daders was van de gewapende aanval op Villa Karaoke in Hative Besar, Onderdistrict Ambon Baai/Baguala, op 15-2-2005, waarbij twee burgers de dood vonden. Nadat hij ongeveer negen maanden voortvluchtig was, is Tarabubun opgepakt door het Detachement 88 Anti-Terreur van de Politie van het Gewest Maluku in het dorp Haya, Onderdistrict Tehoru, District Midden Maluku. Het is niet voor het eerst dat hij met de rechter in aanraking komt. Daarvoor, op 25-2-2003 jongsleden was deze man beklaagde in de moordzaak Tengku Fauzi Hasbi, alias Abu Jihad, samen met twee van de vrienden van Abu Jihad: Edy Saputra en Ahmad Saridu. In de bovengenoemde zaak is Tarabubun gearresteerd op 21-5 2003, samen met zes van zijn kameraden. Maar de rechter bevond hen onschuldig, als zijnde niet betrokken bij de dood van Abu Jihad en zijn vrienden. Tarabubun ontsprong juridisch de dans en bleef ononderbroken actief als politiefunctionaris, totdat hij betrokken raakte bij de aanval op Villa Karaoke. Ingaand op de beschuldigingen en eisen van de Officier van Justitie, mr. Ridwan Hasan, heeft een advocaat van de beklaagden in de terrorismezaak gezegd, dat deze eisen van de Officier van Justitie de sporen dragen beïnvloeding door de omstandigheden. Volgens hem zijn er verschillende zaken, die vergelijkbaar zijn met de zaak Villa Karaoke, de revue gepasseerd, die men niet onder de Terrorisme Wetgeving, maar onder het Wetboek van Strafrecht heeft laten vallen. "Het gaat hier om zuivere misdaad, omdat in de zaak Villa Karaoke er niet de wens bestond om een terreursituatie te creëren, maar het is een wraakoefening achteraf voor het doodschieten van een broer van één van de daders door de politie. Deze zaak is echt een zuiver criminele zaak, als we het bekijken vanuit een juridisch gezichtspunt, maar waarom wordt dan op de beklaagden de Terrorismewetgeving toegepast?", aldus Ridwan op 8-2-2006 tegenover Radio Vox Populi in het Gerechtsgebouw in Ambon. Deze verklaring van Ridwan werd tegengesproken door het Hoofd van Politie van het Ressort Ambon/Lease, de Adjunct Grootcommissaris van Politie Leonidas Braksan. Volgens hem valt de straf, die de Officier van Justitie tegen de beklaagden heeft geëist, logischerwijze onder de Terrorisme Wetgeving, omdat dit in overeenstemming is met het gedrag dat ze hebben vertoond. ""Wat door de Officier van Justitie tegen de terroristen geëist is, namelijk de doodstraf en levenslange gevangenisstraf, is volgens mij logisch; het is een les voor anderen om niet dezelfde dingen te doen", zei Leonidas. Ondertussen, al voordat de eis uitgesproken en ook nog in de wachtperiode voor het uitspreken van het vonnis, is naar buiten gekomen dat de beklaagden in de zaak van het Terrorisme ervaren hebben dat ze zijn mishandeld. Eén voor één hebben de daders verklaard te zijn geïntimideerd door politieagenten, toen ze werden gearresteerd en tijdens de verhoren. Uit onderzoek van Radio Vox Populi door middel van persgesprekken met de beklaagden is uit hun verklaringen gebleken, dat ze gedurende de hele periode van detentie en tijdens de verhoren aan de politie informatie voor het dossier verstrekt hebben, die onder de druk van mishandeling is verkregen. Said Thaha Assagaf, één van degenen die van terrorisme beschuldigd is, heeft op een zitting van een rechtbank onder voorzitterschap van rechter H. Maenong enige tijd geleden onthuld dat het politiedossier van hem onder dwang tot stand is gekomen omdat hij daarvoor mishandeld was, en dat hij daarbij soms zelf ontkleed werd. Thaha zei dat hij die afranselingen niet slechts op één plaats heeft gekregen, maar afwisselend op enkele verschillende plekken, om te beginnen op het Hoofdkantoor van Politie van het Ressort Ambon, tot aan het Hoofdkwartier van de Pioniers van de Mobiele Brigade in het gebouw van TELKOM in Talake, Ambon toe. "Ik ben niet alleen geslagen en geschopt, maar ze hebben ook de dode elastiekmethode gebruikt en me bewerkt met geweerkolven, zelfs in naakte staat", zei hij. Tijdens zijn verhoor had Ongen Pattimura, die de rol heeft gespeeld van planner van de aanval op Villa Karaoke, aan Thaha voorgesteld om maar de informatie aan de politie te verstrekken, die ze wilden hebben. Dat kon je volgens hem maar beter doen, en niet wat anders, om het brute optreden van de politie bij het opmaken van het dossier te voorkomen. "Het was beter te bekennen, dan voortdurend geslagen te worden", herinnerde Thaha zich dat Ongen voor de rechter gesproken had. Het brute gedrag dat tijdens de detentieperiode had plaatsgevonden werd door alle beklaagden in de zaak van het Terrorisme, zonder uitzondering, als hun persoonlijke ervaring onthuld. Abdullah Ummamity, die in de beide benen geschoten was bij zijn arrestatie op Buru, enkele maanden geleden, zei dat er tot nu toe nog een kogel in zijn knie zit: "Ik heb al om een operatie van mijn knie gevraagd, maar deze aanvraag is nooit behandeld". Een zelfde lot heeft Asep Jaja getroffen. Hij werd in de rechterhand geschoten bij de aanval op de BRIMOB-post bij Loki, Onderdistrict Piru, District Wset Ceram. De schotwonden begonnen al te ontsteken, omdat het gebroken bot niet werd behandeld. Volgens hem was het zelfs zo, dat gedurende de dententieperiode bij de politie tijdens de afranselingen de hand niet werd ontzien. "Broer, mijn hand is al krom gegroeid. Het is me al om het even of mijn hand nog behandeld wordt of niet", verklaarde Asep tegenover Radio Vox Populi van achter de tralies in de cel van het gerechtsgebouw in Ambon. De raadsman van Asep Jaja, Fileo Fistos Noija, zei dat vanwege het brute optreden tegen zijn cliënt, gezien vanuit het Strafrecht, in het bijzonder op grond van Artikel 35, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, het strafproces van Asep op grond van deze informatie moet leiden tot vrijspraak. Bovendien moet op grond van Artikel 56 elke aangeklaagde begeleid worden door een advocaat. De aanwezigheid van de advocaat is alleen al nodig om de ontwikkelingen te kunnen volgen. "Het mag niet zo zijn dat dit straks weer voorkomt dat de aangeklaagden onderworpen worden aan mishandelingen of martelingen, of dat er door de onderzoekers vervalsingen in het dossier worden aangebracht. Maar dat gebeurt wel, omdat de verhoren over het algemeen 's nachts worden afgenomen", zo verduidelijkte hij. Hij zei dat het voor de beklaagden om materiële redenen niet mogelijk is om er een advocaat op na te houden, en de betrokken opsporingsambtenaar moet eigenlijk voor een advocaat zorgen. Volgens hem is de zwakheid van Indonesië, dat het recht slechts versiering is, maar dat het recht nooit zijn loop heeft. "Noem alleen maar het feit dat politieonderzoekers nooit en te nimmer mishandelingen en martelingen mogen uitvoeren", verklaarde hij. Wat betreft het feit dat verhoren in de nachtelijke uren worden afgenomen, maakte Fistos duidelijk dat daartegenover het politieonderzoek moet in werktijd worden uitgevoerd en niet op een moment dat de beklaagde al ligt te slapen, en midden in de nacht wakker gemaakt wordt voor een verhoor. " Op het moment van een verhoor moet een beklaagde in niets gehinderd worden als aan hem om informatie wordt gevraagd, met name mag hij geen honger hebben", benadrukte hij. Volgens Fileo is hij van plan om tegen de mishandelingen en martelingen, die de politieonderzoeker tegen hun cliënten begaan, een aanklacht in te dienen tegen de betrokken instanties. "Op grond van Art. 1365 van het Wetboek van Strafrecht zal ik tegen de betrokken instanties een aanklacht indienen, dat ze mijn cliënten mishandeld hebben. Want als ik dit alleen maar rapporteer, dan trekt men zich daar toch niks van aan", zei hij met klem. Maar door de politie is alles wat de beklaagden in de zaak van het terrorisme gezegd hebben over bruut optreden tijdens de detentie, bestreden. "Dat is alleen maar een truc van de beklaagden om aan de juridische vervolging te ontkomen", zei Leonidas. Volgens hem is wat door de verdachten tijdens de rechtszitting gezegd is een gebruikelijk verschijnsel in het onderzoeksproces, tot aan de berechting toe. Maar volgens hem is niet het belangrijkste hoe het Wetboek van Strafrecht toegepast moet worden, maar wat het meest benadrukt moet worden is de bewijsvoering. "Als zij niet bekennen, dan is dat geen probleem, als de bewijzen die wij in ons bezit hebben maar duidelijke taal spreken", verzekerde hij. ------------ Bron: www.radiovoxpopuli.com ; DIANCAM HUKUMAN MATI TERDAKWA KASUS TERORISME MENGAKU SEMPAT DISIKSA.